WAT WAS SUIKERPLANTAGE MARIËNBURG?

In 1880 kocht de Nederlandsche Handel-Maatschappij de verlatem plantage Mariënburg in Suriname om op die plantage een moderne suikerfabriek te bouwen. Het werd de grootste suikerfabriek van Suriname. De fabriek was zo groot dat de Nederlandsche Handel-Maatschappij zich gedwongen zag al vrij snel in het begin van het bestaan van de fabriek regelmatig omliggende plantages te kopen om gegarandeerd te kunnen zijn van een voldoende aanvoer van suikerriet voor de verwerking in de fabriek.
De slavernij was inmiddels opgeheven, de ex-slaven waren zo slecht behandeld dat ze niet meer op de plantages wilden werken. Maar de Nederlandsche Handel-Maatschappij had er een oplossing voor. De grote aantallen arbeiders die voor de suikerverwerking nodig waren werden door hen
nu in het nieuws

Pas verschenen, Jaswina Elahi en Ruben Gowricharn belichten de Hindostaanse immigratie en maken in hun boek "Ongezien, ongehoord" de verhouding tussen slavernij en contractarbeider inzichtelijk

geworven in Brits-Indie en later op Java. Deze geronselde contractarbeiders wisten van te voren niet waar ze terecht kwamen. Ze hadden er geen idee van waar Suriname lag . Het werk in Suriname was erg zwaar en de lonen waren laag. Hun leven was nauwelijks beter dan het leven van de tot slaaf gemaakten. Op die manier werden ruim 60.000 contractarbeiders uit Brits-Indiè en Java naar Suriname gehaald.
Ruim honderd jaar later werd de fabriek, gesloten. De contractarbeiders stonden op straat want ander werk was er niet, daarvoor moest je naar Paramaribo. Van de plannen voor een herstart kwam niets terecht. Die plannen werden gevolgd door ambitieuze plannen om van de fabriek een museum te maken. Ook daar kwam niets van terecht. De suikerfabriek is daarna grotendeels ontmanteld en verwaarloosd. Nog steeds bezoeken toeristen het eens zo trotse complex van suikeronderneming Mariënburg, maar de resten van de onderneming staan er desolaat bij. Stichting Eerherstel Mariënburg wil hier verandering in brengen. Mariënburg moet zo goed mogelijk behouden blijven. Het gaat hier om een stuk Industrieel en cultureel erfgoed dat niet verloren mag gaan. Nederland, en met name ABNAMRO hebben hier wat goed te maken nadat ze al die jaren over de ruggen van de contractarbeiders dikke winsten hebben gemaakt.
In Paramaribo werd op 5 juni een monument onthuld om drie belangrijke verzetstrijders te eren